Het is nog vroeg in de ochtend als ik in het stadsdeel Osterfeld in Oberhausen langs de Elpenbach loop. Het is er heel erg groen, overal hoge bomen, gefluit van vogels, in de verte hoor ik het water zachtjes ruizen. Het is een geliefd pad, joggers, dames met een boodschappentrolley, jonge meiden met mobiele telefoon en oortjes. Ik ben naar deze plek gegaan omdat hier de wieg van het Ruhrgebied heeft gestaan.
Op dit lapje grond was vanaf 1758 de St. Antony Hütte in bedrijf. Hier stond de eerste hoogoven. Het Ruhrgebied was in die tijd een glooiend agrarisch landschap met lieflijke dorpjes. Iets wat je je nu nog amper kan voorstellen. De grond was rijk aan steenkool en ijzer en investeerders zagen hun kans schoon. De eerste initiatieven waren klein qua omvang, maar de concurrentie was groot evenals de run op innovaties en personeel. Al snel werd hier veel geld verdiend. Duitslands grootste industriële landschap was geboren en groeide uit tot een over elkaar heen buitelende kluwen van autowegen, spoorwegen, kanalen en bedrijventerreinen. Van heinde en ver stroomde werkvolk toe en in rap tempo werden woonkolonies uit de grond gestampt. Je kan dit landschap afwijzen, maar het ook zien als een waanzinnig groot organisch gegroeid stedelijk fenomeen waar op elke hoek wel iets valt te ontdekken. Ik ga voor het laatste.
Onze voorouders dachten dat de schoorstenen hier voor altijd zouden blijven roken. Maar de St. Antony Hütte stopte er definitief mee in 1877, de installaties waren toen verouderd. En de ronkende, sissende en stinkende bedrijven van de daarop volgende honderd jaar zijn er ook mee opgehouden. Op dit moment zijn nog maar een paar mijnen actief. De nieuwste bedrijvigheid in het Ruhrgebied is schoon en van een technologisch hoog niveau, de verlaten complexen zijn stille getuigen van het inferno van toen. Als je een Falk plattegrond van Oberhausen bekijkt zie je een wirwar aan woongebieden, wegen en groen, maar ook vlakken vol met niets. Ehemahliges Gelände, voormalig bedrijventerrein, staat er dan in kleine letters als aanduiding geschreven.
De directiewoning van de St. Antony Hütte, een prachtig vakwerkhuis, is het enige wat nog uit die tijd overeind staat en is nu ingericht als een museum. De fundamenten van de werkplaatsen zijn 10 jaar geleden opgegraven en zijn inmiddels overwelft met een groot metalen scherm. De MAN – een beurs genoteerd bedrijf waarvan de antecedenten terugvoeren tot op de oprichters van de St Antony Hütte – heeft het scherm mede gefinancierd. De opgraving, omringd door een stevig en hoog hek, ligt in een lieflijk groen grasveld waar kinderen spelen en moeders hun kroost bewaken.
In het museum staan twee dames achter de balie. Het stel voor me wordt door hen geholpen, hebbedingetjes uit de museumshop worden uitgebreid besproken en ik word gevraagd even te wachten. Als de keuze is gemaakt, het cadeautje is ingepakt en het stel met veel egards is bedankt, kijken de dames achter de balie me stralend aan en overladen me, soms bijna in koor met een waterval aan informatie. Het is vooral de bedoeling dat ik eerst de opgraving bekijk en daarna pas het museum. Natuurlijk ben ik bereid hun adviezen op te volgen.
Over de afgraving heen is een loopbrug gemaakt en onder mij zie ik ronde vormen en sleuven. Gelukkig hangen er overal interactieve presentaties waardoor de stenen onder mij tot leven komen. En dan zie ik mini hoogovens, schoorstenen, een waterrad en een aantal lage schuren. Het geheel straalt nog een soort pre industriële lieflijkheid uit, alhoewel de rokende schoorsteen al wel op een ander tijdperk duidt.
In het museum hangt veel informatie over het industriële procedé en de eerste vindplaatsen in het Ruhrgebied, maar wordt ook verhaald van het protest van abdis Antonetta Bernadina von Wrede (1727-1788). Ze woonde iets verderop in het Cisterciënzer klooster van Sterkrade. Misschien kan ze wel worden gezien als de eerste milieuactiviste van het Ruhrgebied. Ze maakte zich ernstige zorgen over de kwaliteit van het water en alhoewel ze heel wat stampei maakte bij het bevoegd gezag, werd er niet naar haar geluisterd. Maar ze was niet alleen van woorden, ook van daden, zo liet ze als daad van verzet op een onbewaakt moment het waterbassin van de St. Antony Hütte leegvissen. Ze was haar tijd duidelijk ver vooruit.